Ken jij molsla, gele snijbiet, aardpeer, pastinaak, knolkapucijn, Aziatische sla of rammenas? Deze 'vergeten' of net heel nieuwe groenten zijn hipper dan ooit. Het leuke is dat je ze makkelijk zelf kan kweken, ook zonder moestuin.
Grillige knollen
Aardperen zijn zowat de makkelijkst te kweken groente uit de moestuin. Overigens heb je helemaal geen tuin nodig; ook in een grote kuip lukt het perfect. Aardperen groeien en bloeien als kleine zonnebloemen – je krijgt er dus ook nog eens een mooie bloem bovenop. Weet dat aardperen graag ‘rondwandelen’ en zich ondergronds durven te verplaatsen. De opbrengst is altijd heel rijk – van één geplante aardpeer (je plant ze namelijk, als aardappelen) oogst je makkelijk 1 à 2 emmers. Ze smaken fijn, naar artisjokkenharten. Je kan ze koken, pureren of bakken als frietjes.
Door hun grillige vorm zijn ze wat lastiger schillen dan een aardappel. Veel exotischer is de Zuid-Amerikaanse knolkapucijn, een flinke klimplant met kleine oranje bloempjes en eetbare knolletjes. Je kan ze rauw serveren, in de sla, gestoomd of in de wok. De smaak is vrij zacht. Laat ze ongeschild - ze hebben zo'n grappige, grillige vorm. Kweek je ze in pot, leid ze dan langs een klimrek of wigwam.
Wie van winterkost houdt, moet pastinaak en zijn zwarte, pikante tegenhanger de rammenas proberen. Je zaait ze begin april, in rijtjes in de moestuin. Pastinaak lijkt op een heel dikke, lange wortel en smaakt zacht en zoet; rammenas is lekker in dunne plakjes, rauw, geraspt (als variant op mierikswortel).
Kleurrijke bladeren
Met de lenteslaatjes in aantocht kan je nu alvast wat kleurrijke of opvallende bladgroenten zaaien. Erg makkelijk is een kant-en-klare zaaimix van Aziatische bladgroenten: paksoi, tatsoi, mizuna, Chinese mostersla en Chinese spinazie. Je zaait ze in april, vrij dik, in rijtjes op 20 cm van elkaar, om vanaf mei de blaadjes zoals snijsla gewoon boven de grond af te knippen. Laat ze niet te groot worden! Niet alleen levert het een mix van pittige tot scherpe smaken tussen kool en mosterd op, je krijgt ook nog een pak vitaminen binnen en veel kleur en grillige vormen op je bord. Zaai elke 2 weken een vers rijtje. Het gaat zelfs prima in een plantenbak op het balkon. Gebruik biologische potgrond; meststof is niet nodig.
Rode en gele snijbiet zaai je medio maart, om in juni de jonge blaadjes te plukken en er je sla mee opvrolijken. Grotere bladeren stoof je als kleurrijke spinazie en de bladstelen en ribben serveer je als bleekselder of asperge. Snijbiet is een heel veelzijdige en makkelijk te telen plant die ook nog eens beeldig staat in de moestuin, in de siertuin of in een pot op je terras.