Van alle insecten hebben de vlinders de hoogste aaibaarheidsfactor. Ze zijn niet alleen mooi, met hun heen en weer gefladder dragen ze een belangrijk steentje bij tot de bestuiving in je tuin. Met de juiste planten krijg je deze schoonheden gegarandeerd op bezoek.
Mooi en (een beetje) nuttig
In een doorsnee tuin leven gemiddeld zo'n 15 vlinders. De meest voorkomende soorten, hoewel die top 5 elk jaar wisselt, zijn koolwitjes (die helaas ook dol zijn op jouw kolen), dagpauwoog, de atalanta en de gehakkelde aurelia. Ook de kleine vos, de citroenvlinder en het gamma-uiltje, een nachtvlinder die ook overdag actief is, zijn frequente tuinbezoekers in Vlaanderen.
De dagpauwoog is het meest opvallend, met het grote blauwe oog op z'n vleugels. Van begin maart tot eind mei kan je hem in de warmste hoeken van je tuin zien rondfladderen. Zijn favoriete plek op een zonnige maar nog koude lentedag is de meest zuidelijke ‘helling’ van een molshoop. Hoe meer beschutting je tuin biedt, des te meer dagpauwogen. Hun rupsen zijn fascinerend zwart met witte spikkels en lang zwarte stekels rondom. Hoe cru het ook klinkt: het aantal vlinderrupsen bepaalt mee hoeveel mezen je tuin telt. Ze vormen immers een belangrijk onderdeel van het mezenmaal. Ook dat is de natuur.
Bloemen om te smullen
Vlinders zijn dol op de … vlinderstruik, een heel nectarrijke en tegelijk makkelijke en decoratieve tuinplant. Even populair is de roze hemelsleutel of Sedum Spectabile, een vetplant voor een zonnige tuin, die het jaar rond aantrekkelijk oogt. Bovendien bloeit die pas op het eind van de zomer, wanneer nectar schaarser wordt. Net zo met de herfstaster, die vlinders als de kleine vos en atalanta’s aantrekt. Ook afrikaantjes, lavendel en ijzerhard zijn uitstekende vlinderplanten, naast inheemse soorten als koninginnenkruid, met bloemen van begin juni tot in september, en kattenstaart, waar koolwitjes en citroenvlinders dol op zijn. Wist je dat je kruidentuin een waar vlinderparadijs is? Venkel, tijm, munt, dille, engelwortel en wilde marjolein of oregano zijn bijzonder geliefde smulplekken.
Kraamkliniekjes
Naast nectarplanten hebben vlinders ook waardplanten nodig. Daar leggen ze hun eitjes op en kunnen de rupsen tot vlinders uitgroeien. De vuilboom zorgt bijna het hele jaar door voor nectar; boomblauwtjes en citroenvlinders leggen hun eitjes op de bladeren. Op (sier)distels leven de rupsen van de distelvlinder en op brandnetels komen zowel dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia als landkaartje voor. Ook klavers (voor de icarusblauwtjes) en een stukje grasland (voor de zandoogjes) zijn ideale plekken om eitjes af te leggen. Probeer een strookje gazon ongemaaid te laten of leg een bloemenwei aan.
Laat ook wat appels, peren of pruimen op de grond liggen; ze zijn een geliefkoosd herfsttoetje voor een zoetekauw als de atalanta en voor … lieveheersbeestjes. Zorg zeker ook voor wat groenblijvende struiken als hulst, taxus, buxus en klimop in je tuin; ze beschermen overwinterende vlinders zoals de atalanta en het citroentje tegen de kou.