Het is ontzettend leuk en lekker om je eigen groenten te kweken. Maar voor je met een moestuin aan de slag kunt, moet je de grond voorbereiden. Zo ga je te werk.
Waarom grond voorbereiden?
Voor je aan de slag kunt met het zaaien van groenten, kruiden of bloemen moet je de grond voorbereiden. Je wilt je zaden onder de beste omstandigheden laten ontkiemen. Daarom is het raadzaam om bijvoorbeeld onkruid en stenen te verwijderen en de bodem te verbeteren. Dit doe je bij voorkeur vanaf maart, zodat je op tijd kunt beginnen met zaaien.
Voorbereiding
Voor je de bodem kunt verbeteren, moet je weten op welke soort grond je tuiniert. Dit kom je te weten door een bodemonderzoek te doen.
Stap 1: grondsoort bepalen – er zijn in ons land vier grondsoorten te onderscheiden: zand, leem, klei en lössgrond. Sommige planten doen het beter op klei, andere beter op zand. Houd dus rekening met de grondsoort wanneer je de planten voor je tuin uitkiest. Om erachter te komen op welke soort grond je tuiniert, kun je een bodemanalyse doen. Je kunt ook een simpel testje uitvoeren: neem een handje van je tuingrond en probeer deze op te rollen tot een rolletje. Lukt dit en kun je het rolletje buigen? Dan is het klei. Is het wel een rolletje, maar kun je deze niet buigen zonder dat het breekt? Dan is het leem. Kun je van de grond geen rolletje maken? Dan is het waarschijnlijk zandgrond.
Stap 2: zuurtegraad meten – de zuurtegraad van de bodem is erg belangrijk. Op een bodem die erg zuur is, zullen veel planten niet goed gedijen; deze grond is dan ook niet geschikt voor de moestuin. De zuurtegraad meet je met een pH-meter. Een pH-waarde tussen de 5,5 en 7,5 is gemiddeld en goed voor de moestuin. Onder de 5,5 is de grond te zuur. Je kunt de pH-waarde verhogen door kalk aan de grond toe te voegen. Boven de 7,5 is de pH-waarde voor een moestuin te hoog. De grond is dan erg rijk aan kalk. Je kunt de pH-waarde verlagen door bladaarde of tuinturf toe te voegen.
Wel of niet spitten?
Vroeger was het heel gebruikelijk om de bodem te spitten, maar tegenwoordig zijn hier veel tegenstanders van. Het advies is om niet te spitten. Door te spitten verstoor je de bodemstructuur. Toch is het ook zo, dat je de grond van de moestuin wel los en luchtig moet maken voor je hem kunt bemesten en kunt gaan zaaien. In luchtige grond kunnen je planten ook beter wortelen. Je kunt de grond losmaken met behulp van een woelvork. Verwijder meteen eventuele oude plantenresten, onkruid, stenen of ander afval dat niet in de grond van je moestuin thuishoort.
Grond bemesten
Nu kun je de grond bemesten en verbeteren. Tuinier je bijvoorbeeld op arme zandgrond? Dan kun je ervoor kiezen om in je zaaibedden de grond te mengen met moestuinpotgrond van Substral Naturen. Deze potgrond is zorgvuldig samengesteld en gericht op het kweken van groenten. Hiermee geef je je zaden of jonge planten dan ook een betere start. Je kunt de bodem ook verbeteren door deze te bemesten. Mest voegt voedingsstoffen toe aan de bodem, die je planten goed kunnen opnemen waardoor ze sterker worden. Substral Naturen bodemverbeteraar voor de moestuin is rijk aan humus en voedingsstoffen die belangrijk zijn voor de groei van je moestuinplanten.
Zaaibedden maken
Nu je de bodem hebt verbeterd, is het tijd om de zaaibedden aan te leggen. Maak een duidelijk plan waarop je aangeeft welke groenten je waar wilt telen. Het is namelijk belangrijk om wisselteelt toe te passen. Er zijn verschillende soorten gewassen, die elk hun eigen behoefte hebben. Om te voorkomen dat de grond uitgeput raakt, wissel je de gewassen jaarlijks van plek, dit noemt men teeltwisseling. Maak van tevoren een plattegrond en scheid de verschillende zaaibedden van elkaar. Zorg ervoor dat je vanaf de buitenkant gemakkelijk bij de bedden kunt, zodat je voor het onderhoud en de oogst niet tussen je planten hoeft te staan.