Hoe kweek je pompoenen?
Pompoenen zijn heerlijk in soep, ovenschotels en quiches en zitten boordevol vitaminen en mineralen. Je kunt er het hele najaar lang, tot diep in de winter van smullen. Volg deze eenvoudige gids om zelf pompoenen te kweken en word beloond met een mooie oogst.
De beste pompoenen om te kweken
Pompoenen (botanische naam Cucurbita pepo) behoren tot de familie van de kalebassen. Er zijn heel wat pompoensoorten, van de gigantische ‘Dill’s Atlantic Giant’, die tot 800 kg kan wegen, tot de piepkleine ‘Jack Be Little’, een miniatuurpompoen met een diameter van 7 cm.
De meeste pompoenen houden van ruimte, maar als je geen grote tuin hebt, kun je kleinere soorten als klimplanten kweken. Wil je eens wat anders dan de klassieke oranje pompoen? Dan kun je ook kiezen voor gestreepte, knobbelige, hobbelige en zelfs witte of blauwe pompoenen. Iedereen vindt wel een pompoen naar zijn smaak! Dit zijn alvast enkele van de bekendste soorten:
- Evergold: de klassieke pompoen, ideaal om mee te koken en uit te hollen voor Halloween.
- Becky: gladde oranje vruchten met een diameter van ongeveer 20 cm en heel lekker vruchtvlees.
- Munchkin: een kleine soort die vruchten krijgt met een mooie hobbelige oranje schil.
- Queensland Blue: een bijzonder soort met een blauwgroene schil en zoet oranje vruchtvlees.
Wat heb je nodig om pompoenen te kweken?
Dit heb je nodig om zelf de perfecte pompoenen te kweken in je tuin:
Voor het zaaien:
- Potjes van 9 cm
- Speciale zaaipotgrond
- Etiketten
- Een kweekbak, serre of doorzichtige plasticzak
Voor het planten:
- Moestuinpotgrond
- Compost of stalmest
- Een schop
- Een leisteen, dakpan of bakstenen
Voor het kweken van pompoenen als klimplanten:
- Houten palen van ongeveer 2 m hoog
- Touw
Hoe zaai je pompoenen?
Om te weten wanneer je het best pompoen zaait, raadpleeg je een teeltplanner. Zo bespaar je jezelf heel wat frustraties. Wij raden je alvast aan om de pompoenzaden binnen te zaaien tussen januari en eind april. De plantjes hebben immers veel tijd nodig om aan te slaan.
- Vul de potjes met zaai- en stekgrond.
- Plant de zaadjes op 2,5 cm diep, op hun kant.
- Geef de potjes water. Bedek ze met doorzichtige plasticzakken of zet ze in een kweekkas op een lichtrijke plek bij een temperatuur van ongeveer 20 °C. Vijf tot zeven dagen later zouden de zaden moeten ontkiemen.
- Verwijder na het ontkiemen de plasticzak of de kap van de kweekkas. Laat de zaailingen nog even doorgroeien op een zonnige vensterbank tot ze groot genoeg zijn om uitgeplant te worden.
Hoe plant je pompoenen?
De plantperiode van pompoenen hangt af van de weersomstandigheden. Pompoenen hebben het namelijk niet graag koud. Wacht dus tot half mei voor je ze uitplant op een zonnige en goed beschutte plek.
Bereid enkele weken voor het planten al je plantgaten voor. Graaf voor elke pompoen een gat van ongeveer 20 cm breed en 20 cm diep. Laat daarbij 2-3 meter ruimte tussen de planten en rijen.
Vul elk gat met potgrond en bodemverbeteraar of goed verteerde stalmest. Pompoenen hebben een rijke en vruchtbare bodem nodig om een goede oogst op te leveren. Ga dus eerst na of je bodem geschikt is om zeker te zijn van een mooie opbrengst.
Wil je pompoenen kweken als klimmers? Maak dan een tipi in de buurt van het plantgat. Sla daarvoor drie stevige palen in de grond en bind ze bovenaan vast met touw. Zorg dat deze structuur voldoende stevig is, want zelfs kleine pompoenen hebben al een aanzienlijk gewicht bij het oogsten. Laat telkens 1 meter ruimte tussen de klimmende pompoenplanten.
Vóór het uitplanten laat je de zaailingen eerst een week afharden: zet de potjes overdag buiten en haal ze 's avonds weer binnen.
Plant één zaailing per plantgat. Druk de grond stevig aan en geef goed water.
Tips voor het kweken van pompoenen
Met deze slimme tips geef je je pompoenen de beste kansen. Geef ze één keer per week goed water en bij zeer warm en droog weer zelfs tot twee keer per week. Giet het water op de grond rondom de plant en niet op de bladeren om de kans op schimmelziekte te verkleinen. Strooi wat moestuinmest van Substral Naturen aan de voet van de planten.
Als je pompoenen kweekt als klimmers, bind dan altijd de nieuwe stengels ook weer vast aan de steunpalen.
Gebruik zodra de vruchten zich beginnen te ontwikkelen, om de twee weken kaliumrijke meststof (meststof van Substral voor tomaten is ideaal). Schuif een dakpan of leisteen onder elke pompoen of leg ze op bakstenen om ze te beschermen tegen bodemvocht en slakken, en te voorkomen dat ze gaan rotten. Je kunt ook hennepmulch gebruiken om ze van de vochtige grond weg te houden. Pompoenplanten produceren doorgaans twee tot drie vruchten per plant. Bij de kleinere variëteiten ligt de opbrengst zelfs nog iets hoger.
Belangrijkste stappen bij het oogsten van pompoenen
- Laat de vruchten zo lang mogelijk aan de planten rijpen voor een optimale smaak. Is er kans op vroege vorst, dek de pompoenen dan af met karton of stro.
- Om na te gaan of je de pompoenen mag oogsten, klop je zachtjes op de vruchten. Als ze hol klinken, zijn ze klaar om te oogsten.
- Gebruik een snoeischaar om de steel van de pompoenen door te knippen en laat de steel lang genoeg.
- Voor je de pompoenen kunt bewaren, laat je ze eerst een tiental dagen uitharden in de zon. Leg ze bij slecht weer in een serre of op een vensterbank in de zon.
- Bewaar ze daarna op een koele, goed geventileerde plek bij een temperatuur van 7 tot 10 °C. Controleer regelmatig en verwijder pompoenen die tekenen van rot vertonen. Je kunt pompoenen tot zes maanden lang bewaren.
Ziektes en plagen bij pompoenen
Pompoenen kunnen last krijgen van echte meeldauw, een schimmelziekte die een witte poederachtige laag achterlaat op de bladeren en in ernstige gevallen de groei belemmert. Droogte maakt de planten vatbaarder voor deze schimmelziekte. Geef de planten regelmatig water om de kans op infectie te verkleinen, maar zorg dat je de bladeren niet natmaakt. Haal aangetaste bladeren meteen weg.
Bij koud weer willen de vruchten soms niet groeien of vallen ze af. Dat komt omdat de bloemen niet bestoven worden. Maak je echter geen zorgen, zodra het warmer wordt, lost het probleem vanzelf op.