8 meest voorkomende plantenziekten herkennen
Plantenziektes worden vaak veroorzaakt door schimmels, bacteriën en virussen, maar ook door insecten en andere dieren. Zelfs gezonde planten kunnen er last van krijgen. Als je tijdig ingrijpt, zijn je planten er zo weer vanaf. Ontdek hier de meest voorkomende plantenziekten en tips hoe je ze kan bestrijden.
1. Spint
Spint of spintmijten is een plaag van mijten (tussen de 0,3 en 0,5 mm) op je plant. Afhankelijk van de soort, kunnen ze geelgroen, bruin of rood van kleur zijn. Je kan spint herkennen aan heel fijne “spinnenwebben” in je plant. Hoe langer het spint in je plant zit, hoe dikker het spinsel. Bovendien zie je hele kleine bruine of gele puntjes bovenop het blad. Door gaatjes in de plant te prikken zuigt spint namelijk sappen uit de plant. Het blad wordt lelijk en sterft af.
Spint houdt van droge en warme omstandigheden. Je kan ze dus vaak vinden in je kamerplanten, maar ook buiten als het heel warm is. Het ongedierte houdt ook van oude potgrond. Spint kan ook ontstaan als planten een of twee keer droog hebben gestaan.
Voorbeelden van spintgevoelige planten zijn: Bananenplant, Hortensia, Monstera, Philodendron, Ficus, orchideeën, Schefflera, palmsoorten, Draceaena en Hedera. Bovendien zijn planten die vaak droog staan vatbaar.
Wist je dat?
Als de temperaturen lager liggen dan 12 °C en de dagen korter worden, dan gaan de vrouwelijke spintmijten in overwinteringsmodus. Ze worden dan rood van kleur.
Behandeling:
- Verwijder meteen de aangetaste bladeren en oude potgrond. Probeer de lucht vochtig te houden en besproei je plant minstens 1 keer in de week met een plantenspuit (liefst regenwater). Je kan de plant ook in een koudere omgeving zetten (rond 12-14 graden). Spin haat namelijk vocht en kou. Isoleer je plant heel snel want spint verspreidt zich snel.
- Gebruik een biologische insecticide speciaal voor spint, zoals Substral Naturen Polysect Spray biologisch insecticide: Wil je een plaag vermijden, behandel dan je planten vooraf met Substral Naturen Brandnetelgier.
2. Roest
Roest is een parasiterende schimmelziekte en ontwikkelt zich in een vochtige en warme omgeving (zomer en herfst). Kenmerkend voor roest zijn de vlekken of verdikkingen op de bladeren, met een kleur die varieert van oranje tot donkerbruin. Het is deze kenmerkende kleur die de aandoening haar naam geeft. Naarmate de maanden verstrijken (van de herfst tot de lente), worden de stippen donkerder. Op de onderkant van de bladeren kunnen geelbruine wratten verschijnen. De schimmel ontwikkelt zich niet alleen op bladeren, maar ook op de stam. Bij een ernstige infectie zullen de bladeren afvallen en kan de plant zelfs afsterven. Niet alleen tuinplanten, maar ook kamerplanten kunnen de schimmelziekte krijgen.
Planten die erg gevoelig zijn voor roest zijn: rozen, leeuwenbekken, stokrozen, geraniums, duizendschonen, munt, chrysanten, irissen, hyacinten, anjers, maagdenpalm en pruimen.
Behandeling:
- Voorkom en bestrijd de roest op rozen en sierplanten met KB Roseclear Spray of KB Fongys Ultra Spray.
- Last van schimmelziektes in de moestuin of op je fruitbomen? Lees dan meer over de biologische Substral Naturen Cuprex Garden.
Meer weten over roest? Bekijk zeker ons artikel “Roest op planten” voor meer informatie.
3. Meeldauw
Echte meeldauw of witziekte is een witte, poederachtige schimmel die meestal op de bovenkant van de jongste bladeren voorkomt. Na verloop van tijd wordt de witte schimmel donkerder en krullen de bladeren zich omhoog. Planten die ’s morgens vochtig en ’s middags warm staan (meer dan 15 °C) of planten die overdag lang nat blijven, lopen kans op aantasting.
Er bestaat ook een plantenziekte die bekend staat als valse meeldauw. Deze ziekte lijkt veel op echte meeldauw, maar de schimmelpluis zit aan de onderzijde van de bladeren. De bovenzijde van de bladeren is bedekt met gele vlekken die bruin kunnen verkleuren.
Meeldauw is een veel geplaagde parasiterende schimmelziekte in zowel de moestuin als de siertuin.
Onder meeldauwgevoelige planten in de siertuin bevinden zich: Rozen, seringen, tuingeranium, (herfst)asters, vlambloem (phlox), berberis, bergamot, esdoorn en kamperfoelie.
In de moestuin hebben de volgende groenten en fruitplanten vaak last van deze ziekte: appels, aardbeien, druiven, courgettes, komkommers en tomaten.
Kamerplanten zoals de kalanchoë en begonia kunnen ook last hebben van meeldauw.
Behandeling:
- Voorkom en bestrijd de meeldauw op rozen en sierplanten met KB Roseclear Spray of KB Fongys Ultra Spray.
- Last van schimmelziektes in de moestuin of op je fruitbomen? Lees dan meer over de biologische Substral Naturen Cuprex Garden.
Meer weten over meeldauw? Bekijk zeker ons artikel “Meeldauw” voor meer informatie.
4. Bacterievuur
Bacterievuur (of perenvuur) is een hardnekkige plantenziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Erwinia amylovora. In tegenstelling tot de meeste veel voorkomende plantenziekten wordt deze ziekte dus niet door een schimmel veroorzaakt. Het nadeel daarvan is dat deze bacterie een epidemie kan veroorzaken. Ze tast de boom- en fruitteelt aan, maar is ook nadelig voor tuinen, openbaar groen en ons landschap. Zo kan het gebeuren dat ineens alle planten in je tuin er last van hebben. De bacterie wordt namelijk verspreid door insecten en vogels, maar ook door weersomstandigheden als wind en regen. Het lijkt alsof alles door vuur verschroeid wordt: typisch is het bruinzwarte verkleuren, verdorren en verschrompelen van de bloesems, bladeren, twijgen en vruchten. In het voorjaar kan ziek twijgweefsel eerst waterachtig en kleverig aanvoelen. Er kunnen bovendien witte tot geelwitte slijmdruppels verschijnen op de zieke delen.
Planten die gevoelig zijn voor besmetting noemen we waardplanten. Zij zijn ook verspreiders van de ziekte. Alle waardplanten van bacterievuur zijn van de familie Rosaceae (rozenfamilie).
Perenbomen (Pyrus) zijn het meest gevoelig voor deze ziekte, vandaar dat deze ziekte ook perenvuur genoemd wordt. Buiten de Pyrus zijn er ook andere struiken en bomen van de Rosaceae familie die gevoelig zijn voor bacterievuur: Cotoneaster (dwergmispel), Pyracantha (vuurdoorn), Chaenomeles (Japanse sierkwee), Photinia (Glansmispel), Crataegus (meidoorn), Sorbus (lijsterbes), Amelancier (krentenboom), Malus (appel en sierappel) en Cydonia (kweepeer).
Behandeling:
Aangetaste delen van de plant moeten er dus zo snel mogelijk worden afgehaald of haal de plant onmiddellijk uit je tuin.
Hebben jouw fruitbomen of planten symptomen van bacterievuur? Lees meer in ons artikel.
5. Sterroetdauw
Roetdauw, Sterroetdauw of ook zwartevlekkenziekte genoemd, wordt veroorzaakt door schimmels die stervormige bruinzwarte vlekken achterlaten op de bladeren, takken of stam van de aangetaste planten. De schimmel is een veel voorkomend probleem bij rozen.
De vlekken lijken op roet, vandaar de naam. Aangetaste bladeren vergelen en vallen ten slotte af. De schimmels ontwikkelen zich op de honingdauw die uitgescheiden wordt door sapzuigende insecten, zoals bladluizen, kaswittevlieg, schildluizen, bladvlooien en cicadelliden. Om roetdauw te voorkomen is het dus belangrijk dat je de belangrijkste oorzaak ervan bestrijdt: insecten die honingdauw uitscheiden.
Buiten rozen, doet roetdauw zich voor op alle planten met stevige bladeren, inclusief kamerplanten, heideplanten, kuipplanten (zoals citrusvruchten) en mediterrane planten (olijfbomen, oleanders). In de moestuin hebben vooral tomaten last van roetdauw.
Heeft jouw plant symptomen van roetdauw? Lees hier meer over de schimmel.
6. Botrytis
De schimmel is een typische zwakteparasiet en is herkenbaar aan het grijze schimmelpluis. De schimmel doet de aangetaste plantendelen rotten. Naast een grijze, pluizige groei zorgt Botrytis ook voor een extreme verkleuring van de bladeren, het bruin kleuren van fruit en witte vlekken op bloemblaadjes. Synoniemen voor Botrytis cinerea zijn grijsrot, grijze schimmel, grauwe schimmel.
De schimmelziekte treedt vaak op tijdens warm en vochtig weer en verspreidt zich op stervende bloemen. De schimmel heeft stilstaand water nodig om te groeien, dus voorkom het door planten in een pot van onderaf water te geven en uw planten op afstand te houden voor een goede luchtcirculatie. Wanneer de plant zich onder glas bevindt, de verluchting verhogen. Wees bovendien voorzichtig wanneer je de aangetaste plantendelen verwijdert. Het beste is ze onmiddellijk in een plastic zak op te bergen. Besproei ook de gezonde delen grondig met neemolie. Neemolie is een natuurlijk pesticide die kan helpen bij het bestrijden van schimmels, luizen, spint, trips, mijten en andere insecten op planten. Substral Naturen Cuprex Garden kan ook gebruikt worden in de strijd tegen Botrytis.
Pot- en perkplanten kunnen erg gevoelig zijn voor de schimmel.
Wil je meer informatie over botrytis? Lees dan zeker ons artikel.
7. Schurft
Schurft is bij planten een schimmelziekte en laat zich vooral zien in de bladnatperiode. Schimmels houden namelijk van vochtige plaatsen. Schurft begint vaak bij de randen van de bladeren en verspreidt zich dan naar het midden. Er verschijnen olijfgroene vlekken. Deze vlekken zullen later bruin of zwart kleuren. De bladeren verdrogen en krullen om, zelfs in vochtige omstandigheden. Daarna worden de takken en vruchten aangetast en ontstaan ook hier vlekken op. De stam van de plant zal ook verkleuren en in sommige gevallen omvallen.
Op de rand van de bladeren kan ook vaak witte schimmel worden waargenomen.
Bij appels en peren ontstaan kloven en vlekken die op kurk lijken. De fruitboom zal zijn bladeren verliezen en verzwakken.
Deze schimmel kan ook aardappelen en tomaten aantasten. Tomaten kunnen bruine vlekken ontwikkelen, krimpen en rotten. Aardappelen zullen bruine vlekken ontwikkelen die na een tijd evolueren in slijmerige, stinkende, rottende gaten.
Schurft is bovendien een ziekte die vaak bij fruit, groenten en sierplanten voorkomt. Substral Naturen Cuprex Garden kan gebruikt worden in de moestuin of op je fruitbomen in de strijd tegen de schimmel.
Wil je meer weten over de symptomen en behandeling van de schimmel? Lees dan zeker ons artikel over schurft.
8. IJzertekort
Zien de jonge bladeren van jouw azalea, rododendron of camelia eruit alsof ze gebleekt zijn (geel of zelfs wit)? Zijn de nerven nog altijd groen? Dan is er een grote kans dat jouw plant een gebrek heeft aan ijzer. IJzer is belangrijk voor de groei en ontwikkeling van een plant. Het wordt door de plant gebruikt voor de vorming van bladgroen. Bladgroen speelt op zijn beurt een belangrijke rol tijdens fotosynthese.
Na het aantasten van de jongen bladeren, worden ook de grotere bladeren geel en remt de groei. De bladeren kunnen ook afsterven.
Symptomen van ijzergebrek komen het vaakst voor op gronden die veel kalk bevatten en een te hoge pH-waarde hebben. Ook door een te natte bodem stagneert de zuurstofvoorziening.
IJzertekort treft vooral zuur minnende planten, zoals bijvoorbeeld rhododendron, azalea, hydrangea, skimmia en kalmia. De planten groeien in alkalische grond (grond waarvan de pH-waarde hoger ligt dan 7). De grond waarin deze planten groeien is dus vooral erg kalkrijk. Bij Rhododendron kan er vergeling tussen de nerven ontstaan op grond met een pH hoger dan 5,5. IJzertekort komt ook vaak voor bij appel- en perenbomen.
Gebruik dus een speciale meststof die ijzer bevat. Zorg er ook voor dat de plant genoeg andere voeding krijgt. Hiervoor kan je bijvoorbeeld de Rododendronmest gebruiken, of de vloeibare Rododendron hortensia en azalea-meststof van Substral.
Meer weten over plantenziektes en virussen?
Bekijk dan zeker onze artikels met tips hoe je andere plantenziektes en virussen kan herkennen en behandelen: