De eikenprocessierups en wat kun je doen?
De eikenprocessierups heeft de laatste jaren al heel wat ophef veroorzaakt in Nederland, Duitsland en ook in bepaalde regio’s in België. De rupsen zijn afkomstig van de eikenprocessievlinder en bewegen zich in processies; grappig om te zien maar niet zo onschuldig als het lijkt. Ze bezitten irriterende brandharen die brandwonden op de huid en schade aan de ogen en luchtwegen veroorzaken. Ook de verlaten nesten met oude vervellingshuiden kunnen voor hinder zorgen. De rups was vorige zomer massaal aanwezig in vooral Antwerpen, Limburg, delen van Oost-Vlaanderen en Wallonië en is lastig te bestrijden. Deze zomer wordt nog een sterke uitbreiding verwacht. Begin mei werden de eerste nesten al gesignaleerd.
Gesponnen nesten
Vanaf het derde stadium maken de rupsen nesten tegen zonrijke stammen en dikke takken. De nesten kun je herkennen aan de dichte spinsels van brandharen, vervellingshuiden en uitwerpselen. Ze trekken zich hierin terug en ‘s avonds komen ze er in processie uit, op zoek naar voedsel in de toppen van bomen. Bij gebrek aan voedsel verplaatsen ze zich in processie naar nieuwe voedselbronnen in de omgeving, meestal inlandse eiken, soms beuken of berken.
De eikenprocessievlinder kent één generatie per jaar met als vliegtijd juli tot september. De eieren worden, binnen een straal van 5 km, in deze periode afgezet in de toppen van vooral inlandse eikenbomen op één- of tweejarige scheuten, afgedekt met de lichaamsbeharing van het vrouwtje. Als ze kunnen overwinteren in droge omstandigheden, komen de eieren in het voorjaar uit.
Verspreiding
Vooral in de regio's Antwerpen en Limburg zijn deze rupsen heel actief, al was er ook in het noorden en oosten van Oost-Vlaanderen en in een aantal Waalse regio’s de voorbije jaren overlast. De eikenprocessierupsen vormen vooral in parken en op openbare plaatsen een probleem, maar ook in privétuinen komen ze voor.
De verspreiding van de rups was vroeger beperkt tot Zuid- en Midden-Europa. Sinds 2000 wordt de rups ook in onze streken in bepaalde regio’s meer en meer opgemerkt. Sinds de laatste jaren is de rups massaal in opmars naar het noorden. Een factor die hierbij een belangrijke rol speelt zijn de droge, warme zomers en droge, zachte winters. Biologische vijanden zijn maar in beperkte mate aanwezig, de grote poppenrover is al meer dan 40 jaar uit ons land verdwenen. Andere natuurlijke vijanden komen hier weinig voor.
Bestrijding
De rupsen veroorzaken niet alleen gezondheidsklachten maar daarnaast veel schade aan eikenbomen. Ze eten namelijk de jonge bladeren van de bomen op. Bestrijding is dus absoluut noodzakelijk. Gemeentes en provincies zoeken naar oplossingen en coördineren de bestrijding. Nesten worden verbrand of weggezogen. Soms wordt er gewerkt met bacteriepreparaten maar dit heeft niet altijd het gewenste effect, er wordt gezocht naar een duurzamere oplossing.
Onderzoek heeft aangetoond dat er veel minder rupsen aanwezig zijn op plaatsen met een rijke variatie aan planten en dieren. Vooral omdat insecten zoals sluipwespen, sluipvliegen, spinnen en mieren, natuurlijke vijanden zijn van de rups. Ook kool- en pimpelmezen blijken een goede hulp, de rupsen zijn voor deze vogels een lekkernij. Sommige gemeentes hangen daarom nestkastjes op voor mezen.
Hoe herken je de eikenprocessierups?
De eikenprocessierups is de larve van de eikenprocessiemot (Thaumetopoea processionea L.), een grijze nachtvlinder. Deze rups is te vinden in eikenbomen van april tot juli. De rups kent zes vervellingstadia, vanaf het derde stadium ontwikkelt de rups naast witte haren ook langere brandharen en begint de overlast. De rups is dan grijs van kleur. Als de rupsen vervellen naar het vierde stadium, hebben ze brandharen over het gehele lijf, dan is de hinder het grootst. Als de larven ouder worden, veranderen ze van kleur naar blauwgrijs met lichtgekleurde zijden. Volwassen rupsen zijn 2,5 tot 3 cm groot.
Brandharen en gezondheid
De brandhaartjes van de rupsen zijn een nachtmerrie, ze worden door de wind verspreid en eindigen zo vaak op de huid. De rups scheidt de brandharen ook actief af als verdedigingsmechanisme. Bovendien kunnen brandharen nog rondslingeren van vorige generaties en ook voor problemen zorgen. De haren blijven vijf tot zeven jaar actief en komen vrij uit oude nesten en kledij die eerder met de haren in contact kwam. Hierdoor kan de hinder het hele jaar door duren.
De reactie van de huid op zo’n brandhaartje is over het algemeen niet ernstig. Soms helpt het goed spoelen van de ogen en huid met lauw water al. Het strippen van de huid met plakband kan ook een uitkomst bieden. Kleding moet op hoge temperatuur gewassen worden.
Wel kunnen de brandharen een allergische reactie teweegbrengen en irritatie op de huid, de ogen en de slijmvliezen van de bovenste luchtwegen veroorzaken. De klachten verschillen van persoon tot persoon. De klachten gaan van jeuk, zwelling, roodheid, ontstekingen, slik- en ademhalingsproblemen, duizeligheid tot koorts en braken. Ook dieren kunnen dezelfde effecten ondervinden. De symptomen verdwijnen na ongeveer twee weken. Bij ernstige klachten dient de huisarts meteen gecontacteerd te worden.
Wat kun je zelf doen?
Preventief
Zelf kun je alvast heel wat doen om te voorkomen dat er nesten opduiken in jouw tuin. Je kunt beginnen met het aantrekken van de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Zorg voor verwilderde, natuurlijke hoekjes in je tuin, hang nestkastjes op voor mezen of vleermuizen. Zij zien de rups als een heerlijk hapje en zoeken de beestjes op voordat de brandharen ontstaan.
Eikenprocessiemotval
Bij twijfel je of je een (grote) eikenprocessiemottenplaag in je tuin hebt, kan een monitoringsval voor zekerheid zorgen. De nieuwe Eikenprocessiemotval van Substral Naturen is hiervoor de geschikte oplossing. Door motten te vangen met een val, zorg je er onrechtstreeks voor dat je ook minder last krijgt van de rups.
De eikenprocessiemotval is een val met feromonen, een seksueel lokmiddel dat ervoor zorgt dat de mannelijke motten aangetrokken worden, in de val terecht komen, zo niet meer paren waardoor het aantal eitjes beperkt wordt. Aangetrokken door de geur van de vrouwelijke vlinder, vliegen mannelijke vlinders rond de capsule met feromonen die de geur van het vrouwtje tot enkele tientallen meter afstand verspreiden. Uitgeput van het nooit vinden van het vrouwtje, vallen de mannetjes in de vallen. De vallen moeten vanaf het begin van de uitvliegperiode van de vlinders tussen juni en half september in de bomen opgehangen worden. Het voordeel van de val is de snelle en makkelijke installatie. Het is ecologisch en respectvol voor het milieu. Zodra de vluchtperiode voorbij is, kunnen de vallen weggenomen worden en na reiniging, hergebruikt worden.
Wat doe je zelf beter niet?
Nest weghalen
Omwille van de schade die de brandharen van de rups kunnen aanrichten, raden wij aan om meteen een professional in te schakelen. Als je de rupsen of het nest zelf probeert te verwijderen, is de kans groot dat je de haartjes verspreidt en deze op jouw kledij en huid terechtkomen. Contacteer voor meer gegevens de milieudienst van je gemeente of provincie.
Meldpunt en kaart
Heb je een nest in jouw tuin? Voor de provincie Antwerpen, kun je dit melden via onderstaande link. Hier kun je ook de spreiding van de rupsen op een kaart bekijken. http://geoloket.provincieantwerpen.be/geoloketten/?viewer=epr