Besjes uit een bakje? Daar doen we niet aan mee. Cassis plukken we vers van de stek, aardbeien stoppen we nog warm van de zon in onze mond en rode bessen ritsen we met de tanden van de steeltjes. Groene vingers wagen zich aan ananaskers en blauwe bessen. Iedereen kan aardbeien kweken zolang je ze maar genoeg zon, water en mest geeft.
Je hebt er zelfs geen aparte fruittuin voor nodig: aardbeien kunnen net zo goed tussen je bloemen of in een pot of aardbeientoren. Je hebt soorten die één keer vruchten dragen, een drietal weken lang, zoals Elsanta, Sonata, Hapil, Elvira en Korona. Doordragende soorten leveren de hele zomer door mondjesmaat vruchten op, tot in oktober: Ostara, Mara des Bois (met bosaardbeiensmaak), Rapella, Selva en Everest. Die zijn ook het meest geschikt voor in pot. Heel erg lekker zijn de bosaardbeien Alexandra en Semperflorens, met aromatische vruchtjes van mei tot oktober.
Bessenpret
Rode besjes of aalbessen horen in elke tuin. Niet alleen zijn ze heel productief maar het zijn ook mooie struiken die perfect in de siertuin passen. Plant minstens één vroege en één late rode bes, en zet er een roze of witte bij, die zijn het lekkerst om zo te eten. Cassis heeft stevige, rijke grond nodig (probeer hem niet op zand te kweken) en veel zon. Van een volwassen struik pluk je makkelijk een halve emmer bessen. De struiken nemen veel plaats in beslag en moeten een kleine 2 meter uit elkaar staan. De laatste jaren wordt er duchtig gekruist tussen bessen. Het meest succesvol is de jostabes, iets tussen stekelbes en zwarte bes. De vrucht lijkt op een dikke zwarte bes en heeft ook een gelijkaardige smaak.
Ze is rijp in juli. De struik heeft de vorm van cassis, met takken zonder stekels en is redelijk bossig.
Blauw of oranje?
Verwar (Amerikaanse) blauwe bessen niet met bosbessen of myrtilles, die je bij ons in het wild aantreft; blauwe bessen zijn groter en zoeter. De struik zelf is ijzersterk en bijzonder decoratief, met een mooie herfstverkleuring. Ze heeft zure grond nodig om goed te groeien. Heb je die niet, plant de struik dan in een mengeling van turf en bladgrond of zet ze in een pot met aangepaste potgrond; hoger dan een flinke meter wordt ze toch niet. Geef altijd regenwater, geen (kalkrijk) leidingwater en strooi elk jaar een dikke laag bladaarde en gecomposteerde houtsnippers aan de voet.
Physalis, ook wel lampionbes of ananaskers genaamd is een plant anders dan alle andere, met z'n lampionbloemen en gele of oranje vruchten. Deze schoonheid levert per struik wel 200 zoetzure bessen op ter grootte van een kers. Je serveert ze in de bloem, als een papieren verpakking er omheen. De planten worden niet hoger dan een halve meter en doen het ook prima in pot, al is een zonnige plek in de siertuin het meest geschikt. Je kan ze moeilijk overhouden en zaait ze best elke lente opnieuw. Ananaskers groeit hard en valt makkelijk open. Bind de takken op, anders hangen je bessen op de grond.