Lentebloeiers
De bloembollen die al in de lente tevoorschijn komen zoals sneeuwklokjes, krokussen, narcissen, tulpen en hyacinten,… kun je best al in de vroege herfst planten zodat ze kunnen beginnen schieten voor de eerste vrieskou. Planten kan al vanaf september maar je wacht best tot de temperatuur van de grond gedaald is, best minder dan 10°C.
Zomerbloeiers
Zomerbloeiers zoals lelies, sieruien of alliums, irissen, gladiolen of dahlia’s zijn zomerbloeiers. Deze bollen kunnen geen vriestemperaturen verduren. Plant deze bloembollen pas vanaf eind april op een zonnige plaats. Dahlia’s plant je het best vanaf half mei. Wacht tot na de Ijsheiligen, als het risico van vorst volledig geweken is.
Hoe bloembollen planten
Bloembollen dienen helemaal ingegraven te worden in de grond op een diepte ongeveer 3 keer hun diameter, met uitzondering van cyclamen die net onder de grond mag geplant worden.
Hark de aarde los, verwijder steentjes en onkruid en meng eventueel wat Substral Naturen bodemverbeteraar door de grond om de bodem luchtig te houden. De ideale plantdiepte is twee keer de hoogte van de bol. Belangrijk: Plant bloembollen altijd met de punt naar boven. De ideale plantafstand vind je op de verpakking. Vergeet na het planten niet om voldoende water te geven.
Meer tips
Je kunt bloembollen ook in je gazon planten. Let op bij het maaien van het gras. Als je het loof eraf maait, komt de bol in het beste geval pas een jaar later weer tot bloei. Let er wel op: sneeuwklokjes en meiklokjes zijn giftig. Kleine kinderen kunnen deze mooie witte bloempjes heel aantrekkelijk vinden… Ten slotte, bij het bewaren van je bollen, knaagdieren lusten ze heel graag. Best goed afgesloten bewaren dus.