Hoe plant en verzorg je pluksla, snijsla of mesclun?

Soorten pluk- of snijsla om te kweken

Er bestaan heel wat soorten snijsla. Dit zijn alvast enkele van de beste en meest populaire. De meeste verkopers bieden ze aan als babyleaf of mesclunmengsel, met verschillende variëteiten, kleuren en smaken. Als je een zorgvuldige keuze maakt, kun je beter inschatten hoe snel de sla groeit en wanneer je zult kunnen oogsten. 

• Chinese kool: wordt vaak verkocht als Aziatische mesclun of Chinese mix. Deze kool groeit snel en is in iets minder dan 6 weken klaar om af te snijden. 
• Veldsla: deze vaste plant is ideaal voor salades in de winter of het vroege voorjaar. Ze vormt sappige, kleine, heldergroene rozetten. 
• Witloof/andijvie: wordt vaak geblancheerd om de bitterheid te verminderen.
• Tuinkers: alternatief voor waterkers, kan geoogst worden na 7/8 weken.
• Rucola: gemakkelijk en snel te telen. De nazomerrassen blijven tot de winter doorgroeien als je een stolp over de planten zet. 
• Winterpostelein: wintersla, ook wel bekend als Claytonia. 
• Aziatische groenten: kunnen in heel wat recepten worden gebruikt (salades, stoofschotels, soepen enz.), gewoon gebakken in de wok of gestoomd. Enkele voorbeelden zijn Chinese mosterd, mizuna, chopsuey, komatsuna en mibuna.

Essentiële benodigdheden om snijsla te kweken

Voor een perfecte mesclun heb je het volgende nodig: 

• Een mengeling van slazaden
• Universele potgrond
• Compost of goed verteerde stalmest
• Moestuinmeststof
• Een gieter
• Een net tegen vogels

Hoe kweek je snijsla?

Hoe starten met snijsla of pluksla?

De meeste soorten snijsla houden van een open, zonnige standplaats, al doen ze het vaak ook goed in de halfschaduw. Dat is vooral het geval in warme zomers met veel zon. 

Voor je de sla zaait, verbeter je de grond met een biologische bodemverbeteraar om het water beter vast te houden, en voeg je een langzaamwerkende universele meststof toe in korrelvorm.

De meeste snijsla kan ook gekweekt worden in kleine plantenbakken, bloembakken, kweekzakken en potten. Kweek er een paar op een vensterbank, zodat je altijd wat blaadjes bij de hand hebt, zelfs als het buiten frisser wordt. 

Hoe zaai je sla?

Zaai ongeveer om de twee weken, volgens je behoeften, in kleine rijtjes om steeds sla te kunnen oogsten. Zaai de zaadjes op een diepte van 13 mm, bedek met wat aarde en geef goed water. 

Dun de zaailingen uit tot op 2 cm van elkaar, zodat ze elkaar niet verstikken. 

Hoe verzorg je snijsla?

Geef je potten elke week een kwartdraai, zodat ze overal evenveel zonlicht krijgen. Zo voorkom je ook dat de zaailingen naar het licht toe groeien.

Houd de grond vochtig, maar niet té nat. Als de grond uitdroogt, zal de salade doorschieten (d.w.z. vroegtijdig vrucht dragen) en zijn smaak verliezen. 

Geef je sla om de 3 weken geconcentreerde vloeibare meststof om de planten snel te laten groeien en de jonge blaadjes mals te houden. 

Hoe oogst je snijsla?

Oogst de jonge slascheuten wanneer ze 7,5 tot 10 cm hoog zijn. Je kunt de buitenste bladeren één voor één plukken (in dat geval mag je nog een viertal oogsten verwachten) of je kunt de hele sla afknippen met een schaar. 

Oogst bij voorkeur ‘s ochtends, als de plant nog vers is. 

Ziekten en vijanden van snijsla

Slakken

De grootste vijanden van je lekkere sla zijn ongetwijfeld slakken (naaktslakken of huisjesslakken). Om deze veelvraten te bestrijden kun je eierschalen strooien, hun glibberige spoor volgen om ze met de hand te verwijderen of korrels tegen slakken gebruiken die onschadelijk zijn voor de andere dieren en de bodem in je tuin. 

Valse meeldauw

Als je slablaadjes bruine vlekken vertonen, kan dat wijzen op valse meeldauw. Deze schimmel ontwikkelt zich razendsnel bij nat weer en kan je oogst in gevaar brengen. Er bestaan natuurlijke middeltjes tegen valse meeldauw, zoals heermoesgier. Het belangrijkste is echter dat je zieke planten meteen verwijdert om een massale besmetting te voorkomen.