Ben jij vastbesloten om dit jaar te starten met je eigen moestuintje, dan heb je vast en zeker het woord ‘teeltplan’ al gehoord. Wil je een moestuintje dat jaar na jaar gespaard blijft van plagen en ziektes, dan is een teeltplan essentieel.
Het begint allemaal bij de opdeling van jouw moestuin. Verdeel je moestuin in 3 blokken en zet groenten van eenzelfde familie bij elkaar. Zo kan je een blok voorzien voor alle soorten kolen, een blok voor peulen (erwten, bonen…) en een blok voor wortelgewassen (wortels, bieten…). Heb je nog lege plekken tussen deze blokken? Vul ze dan op met tomaten, sla en uien. Eens je de blokken hebt opgedeeld, wissel je ze jaar na jaar van plaats. In een grote moestuin kan je de blokken verfijnen, en een zes- of achtstelsel uitproberen.
Waarom heb ik een teeltplan nodig?
Van zodra je moestuin groter is dan 1m², is een teeltplan aangewezen. Een teeltplan zal je namelijk helpen in je strijd om jaar na jaar een gezonde, ziekte- en plaagvrije moestuin te hebben. Er zijn namelijk ziektes en plagen die het gemunt hebben op 1 specifieke soort groente. Doordat je jaar na jaar de groenten verplaatst, geef je deze bodemgebonden plagen geen kans.
Een voorbeeld hiervan is knolvoet. Dit is een bodemgebonden schimmelziekte die verwoestend is voor koolgewassen, maar onschadelijk is voor andere groenten. Heb je een teeltplan met 3 verschillende blokken, dan duurt het 3 jaar vooraleer je koolgewassen weer op dezelfde plaats staan. En tegen dan is die vervelende schimmelziekte al lang weer verdwenen.
Een tweede voordeel van een teeltplan heeft te maken met de bodem. Je kan groenten opdelen in verschillende groepen (koolgewassen, peulen…) en elke soort heeft zijn eigen nutritionele vereisten. Met een teeltplan geef je dus elke groente precies wat ze nodig heeft. Door de gewassen elk jaar op een andere plaats te zetten, vermijd je bovendien dat je bodem een tekort krijgt aan een bepaalde stof.
Neem bijvoorbeeld tomaten. Tomaten zijn ‘hongerige’ gewassen, die een grond verlangen met een hoog gehalte aan organisch materiaal. Jaar na jaar ze op dezelfde plaats planten zou ervoor zorgen dat je grond arm wordt aan organisch materiaal. In jaar 2 plant je dus best minder ‘hongerige’ gewassen, zoals wortels.
Het leven in de moestuin valt meestal rond de herfst een beetje stil. Dit is het moment om je grond er opnieuw bovenop te helpen, door een bodemverbeteraar te gebruiken. Wanneer je in de lente opnieuw aan de slag wil gaan, geef dan nog eens extra voeding speciaal voor groenten en fruit, om de grond te verrijken voor de eerste oogst.